Maar zo bedoelde ik het niet!
Hoe we recht praten wat krom is
Maar zo bedoelde ik het niet!
Hoe we recht praten wat krom is
Hoe we recht praten wat krom is
Ronny Boogaart, Henrike Jansen, Maarten van Leeuwen (10 oktober 2024)
Thomas Rap
ISBN 9789400410909
328 pp.
€ 22,99
Recht praten wat krom is
Sinds ik Een sprinter is een stoptrein zonder wc (2016) las, ben ik een fan van Ronny Boogaart. Samen met Henrike Jansen en Maarten van Leeuwen heeft hij nu een nieuw boek uit:
Maar zo bedoelde ik het niet! Hoe we recht praten wat krom is.
Het boek bestaat inhoudelijk uit vijf delen:
Ontkenning (3 hoofdstukken);
Andere interpretatie (9 hoofdstukken);
Verzachtende Omstandigheden (5 hoofdstukken);
Tegenaanval (3 hoofdstukken) en
Excuses (1 hoofdstuk).
Het eindigt met 42 bladzijden noten.
Wie dit boek leest, moet ruimschoots aandacht besteden aan de inleidende pagina’s (7 t.e.m.14). Daar worden de opzet van het boek en de structuur ervan duidelijk gemaakt. Die pagina’s zijn essentieel voor het leescomfort en voor het begrijpen van wat de auteurs voor ogen hebben.
Het boek gaat over hoe mensen zich verdedigen tegen de beschuldiging dat hun woorden ‘fout’ waren. Het laat vooral zien hoe mensen uit de politiek en de media recht praten wat (soms) krom is. In 20 hoofdstukken worden 20 soorten verdediging gepresenteerd. Uitgangspunt is de Statusleer van de Griekse filosoof Hermagoras met zijn schema van de verschillende opties die de verdediging in een strafproces ter beschikking staan. Dat levert een keuze op uit vier verdedigingslinies:
Ik heb het niet gedaan
Ik heb iets anders gedaan dan waarvan ik word beschuldigd
Er zijn verzachtende omstandigheden
De procedure is niet correct uitgevoerd
De auteurs passen dit schema toe op de verdediging van controversiële uitspraken, wat de volgende invulling van de verdedigingslinies oplevert:
Ik heb dat nooit gezegd
Zo bedoelde ik het niet
Het komt door
Wie ben jij om mij te beschuldigen?
Anders uitgedrukt, in volgorde: Ontkenning, Andere interpretatie, Verzachtende omstandigheden en Tegenaanval, wat ons weer bij de opbouw van het boek brengt.
Alles wordt met een ruime waaier aan concrete voorbeelden geïllustreerd. Het boek getuigt van een jarenlange voorbereiding om casussen te verzamelen. In deel 1 bijvoorbeeld komen casussen aan bod uit 2006, 2015, 2016, 2018, 2021, 2023 en 2024 (o.a. het geval Mart Smeets)
Elke van de vier verdedigingslinies wordt duidelijk uitgewerkt. Bijvoorbeeld bij ‘Ontkenning’ gaat het over de directe ontkenning én over de indirecte ontkenning: ‘Ik ben gehackt’, ‘Er is een nepaccount gemaakt’ en ‘Ik heb geen actieve herinnering meer’ (Mark Rutte)
Door de vele voorbeelden uit het Nederlandse leven kan het boek in eerste instantie ten onrechte als minder interessant voor Vlamingen beschouwd worden. Persoonlijk had ik daar overigens geen last van. Ik was onder meer een trouwe kijker van Arjen Lubachs Avondshow en dan weet je wel iets van al het geks dat bij onze Noorderburen gebeurt.
Maar ook voor wie minder bekend is met de Nederlandse situatie kan het boek heel verhelderend zijn. Sinds ik het gelezen heb, let ik beter op wat ik op de Vlaamse radio en tv hoor en wat ik in de Vlaamse kranten lees. Het is hier net zoals in Nederland: alles één pot nat. Ik begrijp nu ook beter wat ik hoor en lees en onbewust ben ik in linies gaan denken.
Maar zo bedoelde ik het niet! stemde me bijwijlen ook droevig door het volle bewustzijn dat het opriep van hoe in onze maatschappij gemanipuleerd en gefoefeld wordt om de anderen te bedotten en zelf macht te verwerven en te behouden.
Daarom vond ik hoofdstuk 21 ‘Sorry’ zeer goed geplaatst en hoopgevend: ‘Wellicht kun je in plaats van je in allerlei ongeloofwaardige bochten te kronkelen, maar beter gewoon toegeven dat je iets verkeerds hebt gezegd en voluit je excuses maken.’ Als voorbeeld voor een geslaagd excuus wordt de Vlaamse casus van Conner Rousseau aangehaald in verband met zijn uitspraak over de Roma-gemeenschap. Een ander positief voorbeeld is de manier waarop Hema zich excuseerde nadat het bedrijf in 2024 in opspraak was geraakt door een zeer ongelukkige reclameadvertentie. Helaas zitten excuses er niet altijd in. Sommigen weigeren excuses aan te bieden of doen dat ‘onder voorbehoud’, zonder erkenning van hun fout, gewoon om van de zaak af te zijn.
In een breder taalkundig perspectief kan dit boek gelinkt worden aan het ‘Vierorenmodel’ van Schulz von Thun, aan de maximes van Grice en aan de theorie van framing (is het glas nu halfvol of halfleeg). Sociaal psychologisch sluit het aan bij de attributietheorie (interne of externe attributie).
Samengevat: Maar zo bedoelde ik het niet! is een interessant, goed onderbouwd en rijk boek dat aan de lezer zowel taalkundige als psychologische inzichten verschaft, hem ook op persoonlijk vlak wijzer maakt en een strategie aanreikt om voor zichzelf op te komen, mocht hij in een dergelijke situatie terechtkomen.
José Vandekerckhove