Conferentie Onderwijs Nederlands

35e Conferentie Onderwijs Nederlands

Op 20 en 21 mei 2022 vond de 35ste Conferentie Onderwijs Nederlands plaats in Antwerpen.
Enkele presentatoren waren zo vriendelijk hun presentatie met u te delen. U kunt ze hier inzien en downloaden.

Esther Hendriks studeerde in 1995 af aan Tilburg University, richting Taal-en Literatuurwetenschap. In 2010 sloot ze haar deeltijdopleiding Leraar Nederlands af bij Fontys Sittard. Ze kreeg aansluitend een vaste aanstelling als docent Nederlands bij het VISTA college (destijds nog het Arcus college) in Heerlen. Twee jaar geleden bezocht ze de conferentie “Meer lezen, beter in taal – mbo” in Tilburg. Hier ontstond het idee voor VISTA Leest!: niet alleen gunde ze haar eigen studenten meer leesplezier, maar ze besloot het groter aan te pakken; en zette in op een leesproject met als doel heel VISTA aan het lezen te krijgen. “Zelf houd ik ontzettend van lezen en ik zie het als een uitdaging om van de studenten van het VISTA college goede lezers te maken, zodat hun taalvaardigheid verbetert.”

HSN 21-5-22 VISTA leest! Meer lezen, beter in taal in het mbo.pdf

Timothy Colleman is verbonden aan de Vakgroep Taalkunde van de Universiteit Gent als hoofddocent Nederlandse Taalkunde. Hij geeft college over Nederlandse grammatica, corpuslinguïstiek, historische taalkunde en Afrikaans. Zijn onderzoek spitst zich voornamelijk toe op grammaticale variatie in het Nederlands van vroeger en nu, vaak vanuit het theoretische perspectief van de constructiegrammatica.

Na een korte inleiding over een aantal belangrijke uitgangspunten van de constructiegrammatica, laat ik in deze bijdrage zien hoe taalkundige corpora zoals SoNaR en NLCOW kunnen worden gebruikt om zowel de conventionele, goed ingeburgerde gebruikswijzen van grammaticale constructies in kaart te brengen als om productieve, creatieve toepassingen ervan op het spoor te komen. De corpusvoorbeelden in (1) en (2) hieronder, bijvoorbeeld, illustreren dezelfde grammaticale constructie, maar de combinatie van werkwoord en constructie is in (2) duidelijk “origineler” dan in (1). Ik zal een aantal voorbeelden bespreken waarin sprekers of schrijvers de grammaticale mogelijkheden van het Nederlands creatief oprekken, uit verschillende tekstsoorten. Zulke voorbeelden laten zien dat grammaticale restricties vaak meer speelruimte laten dan men op het eerste gezicht zou denken.

(1) Mensen gebruiken de straat als sluipweg en gooien allerlei afval uit de auto.
(2) Hij was dit weekend de pechvogel, want op de 1m40-proeven sprong hij telkens 1 balk uit de lepels.

HSN_2022_TimothyColleman.pdf

Ronny Boogaart werkt als universitair docent aan de Universiteit Leiden. Hij is daar verbonden aan het LUCL: het Leiden University Centre for Linguistics. Zijn onderzoek vindt plaats op het snijpunt van taalkunde en taalbeheersing.

Wie het nieuws een beetje volgt, zal het bekend voorkomen. Iemand wordt beschuldigd van een ‘foute’ uitspraak (bijv. een racistische) en verdedigt zich door een beroep te doen op de letterlijke betekenis van de uitspraak of juist op de zogenaamde implicaturen daarvan: ‘Dat zijn úw woorden!’, ‘Dat was ironie!’

Een interessante vraag is in hoeverre inzichten uit de taalkunde en de taalbeheersing ons kunnen helpen als we in een specifiek geval willen beoordelen of zo’n verdediging redelijk is of niet. In deze lezing wordt een aantal actuele gevallen getoetst aan (i) de indeling van verdedigingslinies uit de klassieke retorica (de zgn ‘statusleer’), en (ii) de pragmatische literatuur over verschillende soorten implicaturen (d.w.z. impliciete bedoelingen van de spreker).

Boogaart_HSN35.pdf

Kila van der Starre Poëzie buiten het boek in de klas

De meeste mensen ervaren poëzie niet in bundels, maar buiten het boek. Ook in de klas kan non-boekpoëzie een belangrijke rol spelen. Dr. Kila van der Starre laat zien waarom en hoe je poëzie buiten het boek kunt inzetten in je onderwijs. Hoe kun je bijvoorbeeld Instagrampoëzie en straatpoëzie gebruiken in je les? En hoe voer je een goed gesprek over een gedicht?

Kila van der Starre is (mede-)auteur van de POËZIE-DOE-BOEKEN-REEKS WOORDEN TEMMEN. Samen met Babette Zijlstra publiceerde ze woorden temmen 1 - 24 uur in het licht van Kila&Babsie. poëzie ontdekken, zelf gedichten schrijven met Kila&Babsie op elk moment waar dan ook, Als tweede deel in de reeks is verschenen woorden temmen 2 - Van kop tot teen met Charlotte Van den Broeck en Jeroen Dera poëzie ontdekken, zelf gedichten schrijven, Ze zijn te bestellen bij iedere boekhandel in Nederland en Vlaanderen en bij Kila zelf (geen verzendkosten):

Als onderdeel van haar doctoraatonderzoek van Kila van der Starre naar ‘poëzie buiten het boek’ is de website straatpoezie.nl gemaakt. Op deze website worden gedichten verzameld die te lezen zijn in de openbare ruimte van Nederland en Vlaanderen. Dat zijn er nu 3069.

Wil je een gedicht toevoegen dat zich in de openbare ruimte van Nederland of Vlaanderen bevindt. Controleer dan of het gedicht al in de database voorkomt. Zo niet ga dan naar het invulformulier op de website.

Lezing Poëzie buiten het boek HSN Antwerpen mei 2022.pdf

Youri Desplenter & Pierre Outers: Literatuuronderwijs in secundaire scholen van de Vlaamse en de Franse gemeenschap: twee gescheiden werelden

Uit de PISA-resultaten blijkt dat leerlingen uit de Vlaamse Gemeenschap tot nog toe systematisch hoger scoren dan die uit de Franse Gemeenschap, ook als het gaat over vragen in verband met literatuur en interpretatie. Dit vormde voor Pierre Outers (ULiège) de aanleiding om zijn doctoraatsonderzoek te wijden aan een diepgaande vergelijking tussen het literatuuronderwijs in de moedertaal in middelbare scholen van de Franse Gemeenschap ten opzichte van die van de Vlaamse Gemeenschap. Daaruit blijkt nu al dat het daarbij om totaal verschillende manieren van denken over literatuur in het onderwijs gaat, visies en praktijken die in de andere landshelft niet tot nauwelijks bekend zijn, en toch elkaar positief zouden kunnen beïnvloeden. In onze presentatie zullen wij de achtergronden schetsen waarop een en ander is gestoeld, en ingaan op de eerste resultaten van het onderzoek wat betreft de praktijk van het literatuuronderwijs in de respectieve gemeenschappen.

YouriDesplenterPierreOutersLiteratuuronderwijs.pdf

Taal en tools

Vanessa Joosen en Wouter Haverals van de Universiteit Antwerpen gaven binnen de stroom literatuuronderwijs een presentatie over het onderzoeksproject Constructing Age For Young Readers (CAFYR). Met behulp van digitale tools onderzoeken de teamleden de constructie van leeftijd in een omvangrijk corpus jeugdboeken. Hoe beschrijven auteurs van jeugdboeken personages uit verschillende leeftijdscategorieën? Welke talige kenmerken worden daarbij benut? Hoe passen zij zich aan aan de doelgroep? Welke ideeën over leeftijd komen in jeugdboeken bovendrijven?
Naar aanleiding van hun presentatie binnen de stroom literatuuronderwijs bespreekt Roland de Bonth op neerlandistiek.nl enkele mogelijkheden van een van de gebruikte instrumenten Voyant tools
Lees meer op neerlandistiek.nl.

Woordwolk van een Nederlandse roman met Voyant Tools

34e conferentie Onderwijs Nederlands

Op 28 januari 2021 vond de 34ste Conferentie Onderwijs Nederlands online plaats.
U kunt de conferentiebundel met de bijdragen van alle presentatoren hier inzien en downloaden.
Ook is van enkele onderdelen de video (opnieuw) te bekijken.

HSN 34 e-book.pdf

Inzicht geven in grammatica:
wat werkt volgens empirisch onderzoek?

Voor docenten Nederlands is het vaak lastig om grammatica op zo’n manier over te brengen dat leerlingen echt inzicht krijgen. In het traditionele grammaticaonderwijs blijft zulk inzicht vaak uit, omdat de focus daarbij ligt op trucjes en ezelsbruggetjes, lagere-ordedenken en het ontleden van gedecontextualiseerde zinnetjes. Een ander belangrijk probleem is dat het huidige grammaticaonderwijs weinig oog heeft voor achterliggende metaconcepten, zoals valentie of predicatie, terwijl het didactiseren van zulke metaconcepten juist een positieve uitwerking heeft op grammaticaal inzicht en redeneervermogen. Wat weten we uit recent empirisch onderzoek over het inzetten van achterliggende metaconcepten in het grammaticaonderwijs? Jimmy van Rijt verkent deze vraag aan de hand van concrete werkvormen en ontwerpprincipes die bruikbaar zijn voor uw eigen praktijk.
Jimmy Van Rijt promoveerde op 10 februari 2021 aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zijn proefschrift is hier te downloaden.

15 eeuwen Nederlands
Historische taalkunde in het curriculum

Veel mensen ergeren zich aan constructies als de mooie meisje die en de meisjes waarover, maar als we naar de ontwikkeling van het Nederlands over een langere periode kijken, blijken dergelijke constructies daarin naadloos te passen - en zullen ze in de toekomst ongetwijfeld onderdeel worden van het Standaardnederlands.

In augustus 2019 bracht de Vlaamse Onderwijsraad in samenwerking met enkele onderzoekers een reviewstudie rond begrijpend lezen uit. Het resultaat van deze reviewstudie stelt een krachtige begrijpend-leesdidactiek voor aan de hand van 5 didactische sleutels: functionaliteit, interactie, transfer, leesmotivatie en strategie-instructie. De praktijkgids, die samen met de reviewstudie werd uitgebracht, vormt een eerste opstap naar een praktijkgerichte vertaling van de 5 didactische sleutels. De fiches die werden ontwikkeld binnen ‘Lezen en laten lezen’ trachten nog meer aan te sluiten bij de noden uit de praktijk en vormen een aanvulling op de praktijkgids Sleutels voor effectief begrijpend lezen: inspiratie voor een eigentijdse didactiek in het basisonderwijs. De fiches van ‘Lezen en laten lezen’ bundelen concrete tools, tips en tricks rond begrijpend lezen voor leerkrachten in het basisonderwijs.

SLO werkt op dit moment aan een leerlijn begrippen voor taalbeschouwing, bedoeld voor zowel het primair als voortgezet onderwijs. Deze nieuwe leerlijn sluit aan bij de kerndoelen en het Referentiekader Taal, en houdt ook alvast rekening met de voorstellen van Curriculum.nu. De concept-leerlijn bestaat uit een set geordende begrippen waarmee kennis over taal wordt uitgedrukt. Met deze begrippen kan de leraar met zijn leerlingen praten over taal en taalgebruik. Leerlingen maken er kennis mee, verwerven de begrippen en zullen op den duur die begrippen ook zelf bewust kunnen gebruiken om op hun eigen taalgebruik te reflecteren. Met deze geordende begrippenlijst denken we het domein taalbeschouwing beter af te kunnen stemmen op het onderwijs in de vaardigheidsdomeinen spreken, luisteren, lezen en schrijven.

n de schooljaren 2017 tot 2019 ontwikkelde het docentontwikkelteam Stijlperspectieven een acht lessen over schrijfstijl voor de klassen 3 en 4 havo/vwo (vijftien en zestienjarigen). In deze lessen krijgen leerlingen schrijfstijlstrategieën aangereikt, zoals het gebruik van intensiverende woorden en drieslagen. De leerlingen leren de strategieën allereerst kennen door teksten van bekwame schrijvers (zoals columnisten en journalisten) te analyseren; vervolgens krijgen de leerlingen theorie over schrijfstijl. De theorie is van hoog niveau: we willen leerlingen graag veel leren over taalmogelijkheden. Daarna schrijven leerlingen korte tekstjes schrijven waarin ze de schrijfstijlstrategieën toepassen. Enkele van deze teksten worden klassikaal besproken, met veel aandacht voor het effect van stijlkeuzes op de lezer.

In de workshop bespreken we hoe docenten met deze lessen werken. Deelnemers kunnen de syllabus Schrijfstijl vooraf digitaal ontvangen (met handleiding en antwoordbladen). De workshop is heel praktisch: nadien kunt u meteen met het materiaal aan de slag. Tegelijkertijd gaan we kort in op de didactische ontwerpprincipes en pedagogische toetsstenen die we hebben gebruikt bij het ontwerp van de lessen.
Handleiding bij de lessenserie schrijfstijl

Lessenserie havo 4 verbeterd

Lessenserie stijl vwo

In deze presentatie wil ik twee terminologische kwesties uit het domein van de Nederlandse woordsoorten aankaarten. Ten eerste beargumenteer ik – samen met collega’s van Craenenbroeck en Vanden Wyngaerd in ons nieuwe handboek Morfologie en Syntaxis --waarom het zgn. voornaamwoordelijk bijwoord (eraan, hierbij, daarvoor, waarover, …) geen woordsoort is, maar een erg ongelukkige benaming voor een syntactische constituent. Ten tweede pleiten we ervoor om het onderscheid bepaald-onbepaald te reserveren voor lidwoorden en (nominale) constituenten, en dus niet te hanteren in de context van de telwoorden (waar het een andere interpretatie krijgt) of in de context van de bijwoorden en de voornaamwoorden (waar alleen van een onbepaalde variant sprake is en niet van een bepaalde variant).

Poëzie moet verleiden en niet bevelen’, liet Luuk Gruwez optekenen in een themanummer rond poëzie en onderwijs van de Poëziekrant. In deze sessie bespreken we een aantal concrete manieren om leerlingen gemotiveerder, bewuster en geconcentreerder aan het poëzielezen te krijgen.

1 Rap met een app

2 Gooi de woorden door elkaar. Over haalbaar en inzichtverhogend creatief schrijven

3 Een poëzieproject