Khalid Mourigh (5 maart 2025)
Cossee
ISBN 9789464521962
224 pp.
€ 22,99
Ik ben al vele jaren betrokken bij de onderwijsconferentie Het Schoolvak Nederlands (HSN). Ik ben er samen met mijn Nederlandse collega Astrid Wijnands verantwoordelijk voor de kolom Taal- en Letterkunde. In november 2023 vond de HSN-conferentie plaats aan Hogeschool Rotterdam. We hadden Khalid Mourigh in onze kolom uitgenodigd. Hij bleek een begenadigde spreker.
Toen ik hem in Rotterdam introduceerde, ging ik al deels de mist in. Ik sprak zijn naam uit zoals zowat iedere Nederlander en Vlaming zou doen. Fout natuurlijk, maar niet ongewoon. Mourigh legt in de inleiding van zijn recentste boek Denkend aan Hollands (vanzelfsprekend een allusie op de eerste regel van Herinnering aan Holland van Marsman) uit hoe het moet.
Denkend aan Hollands bestaat uit twee overkoepelende delen: Mijn taal en De taal.
Mijn taal is sterk autobiografisch getint. Het begint in 1988 met de toen zevenjarige Mourigh die door zijn vader een extra portie islam ingeramd kreeg. Mourigh kreeg Arabische les in een moskee in Dordrecht. Het narratief gaat chronologisch verder. Mourigh laat optekenen: ‘In mijn herinnering hadden wij thuis geen enkel boek. Maar dat is onjuist, realiseerde ik me laatst, toen ik een quote van Abdelkader Benali las: ‘Thuis hadden we twee boeken: de Koran en het telefoonboek.’ Toen Mourigh twaalf was scheidden zijn ouders. Vervolgens wordt een sprong gemaakt naar zijn universitaire loopbaan. Mourigh studeerde taalwetenschappen in Leiden. Hij leerde er dat talen gelijkwaardig zijn, dat dialecten eigenlijk ook talen zijn, maar dan zonder leger en vloot en dat iedere taal een grammatica heeft en uniek is, hoe groot of klein de taal ook is. Hij vertelt verder ook over zijn romance met Fleur (Fleuj). Het eerste deel eindigt dan met het uitdrukken van Mourighs interesse in de manier waarop talen elkaar beïnvloeden.
Deel 2 draagt de overkoepelende titel De taal. Mourigh vertelt over zijn onderzoek naar de Marokkaanse invloed op jongerentaal in Nederland. Hij vertelt hoe hij in een periode van drie jaar gewapend met een audiorecorder gesprekken voerde met tientallen Marokkaans-Nederlandse jongeren in de straten van Gouda. Tussendoor zijn er analyses van de talige fenomenen. In het slot schrijft Mourigh: ‘Hét Nederlands bestaat niet. Net zoals identiteiten bestaan er allerlei variëteiten van het Nederlands die altijd in ontwikkeling zijn, inclusief de standaardtaal.
Denkend aan Hollands is een sociologisch en taalkundig heel interessant boek. Mourigh is niet alleen een begenadigde spreker, hij is ook een begenadigde schrijver.
José Vandekerckhove